Nieuw onderzoek toont aan dat de Etrusken wijn uitvoerden naar Zuid-Frankrijk en dat daar dan lokale wijnbouw is ontstaan, die zich vervolgens heeft verspreid.
Uit chemische analyses van amforen en een wijnpers blijkt dat de Etrusken wijn uitvoerden vanuit Italië naar Zuid-Frankrijk. Vervolgens is de lokale bevolking daar zelf wijn gaan verbouwen en daarna heeft die praktijk zich verspreid over Frankrijk, en uiteindelijk hebben de Franse wijnrassen heel de wereld veroverd.
De oudste voorbeelden van het maken van wijn komen uit de streek die we nu kennen als Georgië, Armenië en Iran. De wilde voorvader van de wijndruif is waarschijnlijk ook afkomstig uit Georgië en de eerste wijn zou daar al rond 6.000 v.C. gemaakt zijn.
Van daaruit heeft de wijnbouw zich dan langzaam verspreid naar het westen over Europa, maar hoe dat juist gebeurd is, is niet erg duidelijk, omdat wijn weinig chemische kentekens achterlaat die archeologen met zekerheid kunnen toeschrijven aan wijn en niet aan andere landbouwproducten.
Een Amerikaanse team onder leiding van Patrick McGovern van het University of Pennsylvania Museum heeft nu een deeltje van de puzzel opgelost. Het team concentreerde zich op Lattara, een kuststadje bij de stad Lattes ten zuiden van Montpellier.
In Lattara werden Etruskische amforen ingevoerd tot in de periode rond 525-475 v.C. De Etrusken waren een volk dat in het huidige Italië leefde, in het huidige Toscane, en het is bekend dat ze aan wijnbouw deden. Waarschijnlijk leerden ze dat van de Feniciërs, want ze gebruikten amforen met dezelfde vorm. De amforen, met hun kenmerkende lange vorm en handvaten, werden echter ook gebruikt om olie en ook vaste stoffen te vervoeren en tot nu toe was het niet duidelijk wat erin had gezeten.
See on deredactie.be
via Tumblr http://italianentertainment.tumblr.com/post/52533269915